Sommige mensen hebben voordat ze met hun carrière beginnen, een duidelijk beeld van het beroep dat ze wel of niet willen doen. In mijn geval bleek dat beeld totaal niet te kloppen. Terwijl ik eerder dacht; “sociaal werk is niets voor mij”, ben ik inmiddels dankbaar voor de positieve invloed die het vak op verschillende manieren in mijn leven heeft gehad.
Bijdrage van Kelsey Hesseling (medewerker dagbesteding en sociaal werker in opleiding)
Sociaal werk: dat is niets voor mij
Tot een aantal jaren geleden, had ik een sterk vooroordeel over sociaal werk. Met name het idee van een ambulant begeleider die bij mensen thuiskwam, vond ik een inbreuk op de privacy van cliënten. Bovendien had ik moeite met het idee dat je als ambulant begeleider in een omgeving zou moeten komen die niet altijd schoon of netjes was. Het idee dat je bij anderen thuis op bezoek zou komen gaf mij vooral een ongemakkelijk gevoel.
De ommekeer: ambulante begeleiding in mijn eigen leven
Mijn beeld van sociaal werk in het algemeen, en ambulante begeleiding in het bijzonder, veranderde toen ik en mijn gezin de deur openden voor een ambulant begeleider. De situatie waarin we verkeerden vereiste hulp. Het bleek helemaal niet gek dat een begeleider bij ons op de bank zat en haar koffie dronk. De begeleider gaf ons waardevolle nieuwe inzichten en hielp ons de uitdagingen waarmee wij werden geconfronteerd, anders te benaderen. Wát een verschil maakte zij en wat konden wij als gezin groeien door haar hulp!
Op dat moment besefte ik dat ambulante begeleiding geen inbreuk is op de privacy. Het bleek juist een manier om de cliënt daar te helpen waar het leven zich het meest afspeelt. Daar kun je de mensen begeleiden naar groei en zelfredzaamheid en er écht voor de cliënten zijn.
Van administratie naar dagbesteding
Na deze ervaring begon er bij mij iets te kriebelen. Twee jaar eerder eerder kwam ik bij IJsselzorg in dienst als administratief medewerker. Hoewel ik mijn werk inhoudelijk leuk vond, miste er ook iets. Er was een gebrek aan energie en voldoening. Iets wat ik wel ervaarde als ik in de ochtend een kopje koffie meedronk met de medewerkers en deelnemers van de dagbesteding. Na een gesprek met de leidinggevende kreeg ik de ruimte om mij te verdiepen in de opleidingsmogelijkheden rondom sociaal werk. Ineens vielen de puzzelstukjes op hun plek. Dit is wat ik wil doen: Sociaal werk! Kort daarna kon ik in overleg starten als begeleider op de dagbesteding waar ik sindsdien dagelijks werk met de deelnemers. Bovendien ben ik de studie Social Work begonnen!
De waarde van aandacht
Elke ochtend op de dagbesteding ontmoet ik verschillende cliënten, elk met hun eigen verhaal. Vaak kan ik aan de fysieke houding al zien hoe zij op dat moment in hun vel zitten. We starten de dag altijd samen met een kop koffie of thee en daarna begint ieder zijn of haar eigen activiteit. Mijn rol is om te observeren en te ondersteunen waar nodig. Het alleen al beschikbaar zijn maakt voor veel deelnemers een groot verschil. Het geeft me voldoening om in gesprek te komen en blijven met de verschillende cliënten en echt te luisteren naar wat er in hen omgaat. Als ik merk dat iemand gespannen is probeer ik uit te zoeken waar op dat moment behoefte aan is en probeer ik mee te denken over een oplossing. De dankbaarheid die ik voel wanner cliënten zich gezien en gehoord voelen, brengt me terug naar het gevoel dat ik had toen ik en mijn gezin werden geholpen. Het besef dat ik anderen kan ondersteunen op een manier die voor mij ooit zo waardevol was, draagt enorm bij aan zingeving in het leven.
Dankbaarheid en groei
Mijn reis van weerstand naar passie voor sociaal werk laat zien hoe waardevol dit vak kan zijn in de levens van de betrokkenen. Wat ik ooit zag als een inbreuk op privacy, blijkt nu een bron van ondersteuning en groei voor hulpbehoevenden. Het is zoveel meer dan alleen begeleiding; het gaat om verbinding, empathie en de kracht van kleine dagelijkse interacties. Dankzij mijn eigen ervaringen begrijp ik nu des te meer hoe belangrijk het is dat er mensen zijn die dit werk willen en kunnen doen.